Het klopt dat de Vlaamse ontvangsten voor meer dan de helft uit federale dotaties bestaan en dat die grotendeels de inflatie volgen. Een gevolg van de keuze om federaal de belastingen te innen en ze vervolgens door te storten naar de deelstaten. Als het aan de N-VA lag, zouden de inkomsten van de deelstaten - van Vlaanderen, maar dus ook van Brussel en Wallonië - bijna uitsluitend uit eigen belastinginkomsten bestaan.

Vlaanderen heeft nauwelijks inflatiegerelateerde uitgaven ‘in tegenstelling tot de federale overheid’ zegt Rzoska. Maar de huidige economische toestand leidt tot 2,8 miljard euro meeruitgaven voor de Vlaamse begroting. Dat is voor meer dan 94 procent te wijten aan de inflatie: de logische en al dan niet gedeeltelijke indexering van lonen en/of werkingsmiddelen.

Dat de inflatie Vlaanderen een ‘bonus’ oplevert, klopt wel. De federale dotaties stijgen met 2,1 miljard euro meer dan de aangehaalde 2,8 miljard. Zo werkt het systeem nu eenmaal. Ook met navenante nadelen: herinner u dat door de complexe financieringswet Vlaanderen de facto één vierde van de federale taxshift betaalde.

Een budgettaire meevaller is evenwel geen vrijgeleide om de begrotingsdoelstellingen helemaal uit het oog te verliezen of om de inflatiebonus op te souperen door alle middelen ‘blind’ te indexeren.

Gerichte crisissteun

Dat betekent niet dat deze Vlaamse regering het geld oppot. Ze heeft óók gekozen voor gerichte maatregelen. Er komen voor 1,97 miljard euro maatregelen als reactie op de stijging van de energieprijzen, de inflatie en de lonen, en de koopkrachtproblematiek. Gerichte - eenmalige en recurrente - maatregelen om gezinnen, bedrijven en lokale besturen te steunen. Maatregelen voor noden waarover de consensus groot is.

Tijden van crisis zijn momenten bij uitstek om beleid minimaal of grondig bij te sturen. Op 29 september vond in deze krant een politicus nog dat de federale begroting wel wat doelgerichter mocht zijn: ‘Maar meer dan ooit moeten ook uitgavenposten die in het verleden gecreëerd werden de toets van de toekomst doorstaan. Dragen ze bij aan de duurzame, rechtvaardige en onafhankelijke economie die we voor ogen hebben?’, zei Groen-Kamerlid Dieter Van Besien.

Het klopt dat Vlaanderen niet zomaar alle uitgaven, subsidies... volledig indexeert. Er is niets mis met selectief uitgeven en selectief ‘minder meer uitgeven’. Door bijvoorbeeld de kinderbijslag maar beperkt te indexeren en te focussen op de toeslagen zullen mensen zonder dergelijke toeslag inderdaad ‘minder meer’ krijgen dan zij die dat wel hebben. Bovendien gaan ook extra middelen naar de kinderopvang. Kortom: solidariteit, begrotingsdiscipline en focus in het beleid. We zouden de inflatiebonus ook mooi kunnen uitsmeren en alle bestaande uitgaven in gelijke mate indexeren. Maar zou iemand dat ‘slim, doelgericht of duurzaam’ vinden?

Begrotingsevenwicht

Door deze crisis wordt het pad naar een begrotingsevenwicht bijgesteld, maar verre van losgelaten. De Vlaamse regering heeft een nieuw traject richting evenwicht in 2027 uitgezet, maar tot dan zal wel jaarlijks een - stelselmatig afnemend - begrotingstekort geboekt worden. Het laatste dat we willen is dat een rentesneeuwbal aan het rollen gaat en in zijn vaart alle door de Vlamingen opgebouwde welvaart met zich meesleurt.

Het probleem van de deelstaatbegrotingen is de essentie van het Belgische consumptiefederalisme, waarin de dotaties vrij genereus zijn en de fiscale capaciteit van de deelstaten beperkt is. Dat werkt de responsabilisering niet in de hand. Het pleit voor Vlaanderen dat het begrotingshygiëne kan opbrengen en daar verantwoord mee omspringt. Uitgaven ‘voor de mensen’ zijn ook en vooral uitgaven met geld van die mensen.

Wallonië en Brussel kunnen ook genieten van die inflatiebonus. Toch is de (budgettaire) realiteit daar veel minder rooskleurig. Misschien moet iemand van Ecolo eens een opinie plegen over de begroting van de andere deelstaten?

Uitgavennorm

En de toekomst? Verantwoord begroten houdt in dat je als overheid moet durven los te komen van de economische conjunctuurbewegingen. Deze Vlaamse regering doet dat nu al, en kan met een Vlaamse uitgavennorm dat pad verder bewandelen. Daarbij kan de Vlaamse regering de lopende uitgaven onderwerpen aan een groeitraject dat losstaat van de ontvangsten. Zo worden de putten van de ‘magere jaren’ gevuld met overschotten van de ‘vette jaren’ en behoudt de regering de capaciteit om doortastend in te grijpen in tijden van crisis.

Het zijn ongeziene tijden, waarbij de ene crisis de andere opvolgt. Maar we moeten ons ervoor behoeden om elke crisis aan te grijpen om almaar dieper in de buidel te tasten voor té generieke steunmaatregelen die hun doel soms voorbij schieten. Onze bedrijven en gezinnen betalen daar ooit het gelag voor.